ONTSTAAN van de ST-PIETERSPAROCHIE

A: DE AANLOOP  :   EEN ONDERWIJSKWESTIE

Het vroeger onderwijs,voor de invoering van de leerplicht
-----------------------------------------------------------

Op de kathoek  bestond er al vroeg een schooltje. langs de staatsbaan bij Pauline Devos en ook bij Marietje Lappers.Gingen naar school,alleen wie konden betalen,meestal in natura.Het was een spellewerkschool , uiteraard alleen voor meisjes . Spellewerk vormde in vroegere tijden een welkome verdienste voor de huismoeders. De vrouwen brachten hun werk naar een opkoopster. Ze werden betaald in winkelwaar. 
In de spellewerkschool werd ook catechismus onderwezen en de knapsten mochten ook leren lezen en schrijven.
   Er bestonden al lang in de centra goede scholen. Pastoors en kloosterorden hadden daarvoor gezorgd. In principe werden daar alle kinderen aanvaard, maar...er moest betaald worden . Daardoor onstond er een discriminatie. Veel ouders konden dit niet aan , of "ze liepen er niet achter".

In 1883 werd de schoolplicht ingevoerd
----------------------------------------
Iedere gemeente werd verplicht een school op te richten of een bestaande te subsidieren. Toen het godsdienstonderwijs in de gemeentescholen door de liberale regering verboden werd, brak de "schoolstrijd" uit.(1884-1888 ).In alle parochies bouwden pastoors ( en zusters )  een vrije school. De gemeentescholen werden massaal verlaten ( in de ban geslagen ) .Na de schoolstrijd bleven beide netten bestaan.Tot op de dag van heden worden de gemeentescholen nog altijd ddor sommige pastoors met wantrouwen bejegend (ze hebben er niets te zeggen )
     De scholen hadden meest succes tijdens de wintermaanden(  het was er warm ). Van zodra het landswerk begon in het voorjaar ,lieten de meeste kinderen, niettegenstaande de leerplicht de school terzijde, om bij de boeren te gaan werken ( gratis eten )! In elk geval liepen de kinderen slechts school tot hun eerste kommunie ( 11-12 jaar ). Daarna moesten ze aan 't werk . heel zelden mocht een kind van gegoede ouders voortstuderen. Het zou nog lang duren ,vooraleer middelbaar en hoger onderwijs een gewoonte werden.
ter illustratie : in 1940 telde de rijke gemeente Kuurne 1 (een ) hoogstudent.
     keren we nu terug naar onze parochie. De kinderen , die konden en wilden ,moesten ter schole naar het centrum . Wat in de wintermaanden heel wat problemen met zich meebracht.

Een nieuwe school op de kathoek
----------------------------------

Uit een brief van zuster Godelieve Defoort weten we het volgende , over het ontstaan van de meisjesschool op de katte . Victor defoort ging rond op de parochie om te vragen of ze een school zouden willen .Het was voor de kinders van "d'hoogte" een uur ver naar schole en voor de kinders van de kathoek een half uur "te loope" . Samen met Constant Lappers is hij dan naar heule getrokken om een school te vragen . De overste wilde wel , maar ze moest zien dat de mensen een school wilden. "We moeten de genegenheid van de mensen zien...." zei ze . Dus gingen Victor en Constant rond om geld op te halen. ze geraakten tot 600 frank ( een dagloon was toen 1,20 Fr. ) Constant gaf uit zijn eigen zak 500 fr., Victor deed er nogduizend bij

En zo startte in september 1902 de school met twee gemengde klassen. de eerste zusters waren soeur Romaine en soeur Adeltrude . Die woonden in het klooster op de plaatse en kwamen elke dag over en weer om les te geven. In 1912 werd een nieuw klooster gebouwd op de hoek van de bruggesteenweg en de Michielsweg.Zo ontstond de St-Michielsschool . De eerste overste was Mère Idesbalde ; ( zie daarover verder). Naarmate de noodwendigheden werd de school uitgelengd en opgetrokken. In 1944 was de toestand zo :
     kleuterschool : Zr. Hermenie Zr. Dominique.
     lagere school : vier gemengde lagere klassen
                         Juf. Godelieve Smissaert (1e) moeder Idesbalde (2e)
                         Juf. Emma Defoort (3+4)  Zr Zoe   (5+6 )
                         1 vierdegraadsklas voor meisjes  (zr Nestorine )
De jongens moesten na hun plechtige communie naar het centrum.Een afgesloten groepje . Veel conflicten met de plaatsenaars . er werden zelfs vechtpartijen georganiseerd . De plaatsenaars kwamen vechten naar de kathoek en omgekeerd.
In 1945 werd begonnen met een vierdegraadsklas voor jongens in het huis van Evarist Vanelslander en Marie Buysens ( nu huis Roger vereecke ). niemand had ooit geloofd dat zij een deel van hun huis zouden afstaan.Maar ze deden het voor Moeder Idesbalde . de kinderen zijn er goed geweest. Zelfs toen marie dodelijk ziek lag, hield ze er aan dat de klas gewoon door ging . Op een dag kwam Evarist vragen of de kinderen een liedje wilden zingen .Ze hoorde dat zo graag . Dus deden we het . Toen het liedje afgelopen was kwam Evarist zeggen dat Marie overleden was . God hebbe hare ziel .

B :DE START VAN DE NIEUWE PAROCHIE


Hoe stond het met het godsdienstig leven tot circa 1944?
-----------------------------------------------------------

de verre verwijdering van het centrum ,het ontbreken van openbaar vervoer , de moeilijke verbindingen met de plaatse , werkten de godsdienstige beleving eerder tegen . veel mensen geraakten nooit tot in de kerk .Moeders met een talrijk gezin waren al kontent dat ze hun kinderen gereed kregen voor de mis . Boeren en handelaars hadden een "sieze" of een "charaban" met paarden. De opkomst van de fietsen hebben de mogelijkheden wel vergroot , maar in het begin mochten alleen de mannen fietsen . Voor de vrouwen was dit onzedelijk !!!
    De kerkgangers trokken dus te voet naar de mis meestal in groepjes. de vrouwen maakten van de gelegenheid gebruik, terwijl ze toch op plaatse waren om te gaan winkelen bij winkeliers en de ( zeldzame ) beenhouwers. onderweg werd heel de parochie"overgaan" en  " nieuws" opgedaan. de mannen bleven nogal eens " plakken " in een van de talrijke cafés op de plaatse of onderweg . bij de cafébazen op plaatse mochten ze hun fietsen op het koerke zetten en er werd al ene gepakt van voor de mis. Sommigen geraakten niet eens in de mis .
       s'namiddags moesten de jongelingen en jongedochters nog eens terug voor de vespers en het lof ,en voor de congregatie . Wat ze niet altijd node deden . het was een manier van uitgaan en wat een vrijages zijn er niet op die manier gekomen.
Veel mensen van"t'Hoge " trokken naar Hulste naar de kerk . Er vertrekt uit de darmstraat nu nog een kerkwegel, recht naar de kerk van Hulste . Opmerkelijk veel families van de( "coté van t'Hoge " ) hebben aangetrouwde hulstenaars .
    Ter voorbereiding van de plechtige communie moesten knechten en meisjes wekelijks naar de lering in de kerk . Bij de opvragingen bleken ze niet ten achter , wel integendeel . In de grote lering zaten de rijke kinderen vooraan . Daarna de anderen in alfabetische volgorde . Wie zijn catechismusles niet kende "vloog" een stoel achteruit .Zo kwamen de rapsten uiteindelijk vooraan . de eerste van de lering kreeg een "missaal " cadeau . De dag zelf was er kaarsen-parade . men kon de welstand en de pretentie van de ouders aflezen uit de dikte van de kaars . De dunste kwamen van het " minste volk " . Nu hebben alle kinderen dezelfde kaars . Schoon!!zult ge zeggen. Maar wie heeft daar eigenlijk van geprofiteerd?
       Bij begrafenissen werden alleen de rijke mensen gevoerd . Met een corbillard getrokken door zwarte paarden . Mooi !! Bij alle andere begrafenissen werd de kist gedragen. daarvoor werden de mensen uit de geburen opgetrommeld . Gewoonlijk vier . Van "t'Hoge" waren ze dikwijls met acht , omwille van de afstand. De stoet werd voorafgegaan door een kruis . Daarop volgde de kist met daarachter familie , kennissen en geburen . De buren waren een paar dagen tevoren gevraagd door de "beder". Die trok van huis tot huis om het overlijden aan te kondigen, (rouwbrieven waren eerder zeldzaam , alleen voor rijken ) een gebed te vragen voor de zielerust van de overledene ( hij bad in elk huis een kruisgebed ) en om ze te vragen voor de begrafenis . Aan ieder kruispunt werd gestopt om een kruisgebed te bidden . Op koude dagen was dit voor de dragers  een gelegenheid om in het naastbijzijnde café , vlug een "dreupel" achterover te slaan . Bij begrafenissen van elf uur ( een koordienst , want het lijk werd dan op het hoogkoor geplaatst ) kwam de geestelijkheid het lijk afhalen in het sterfhuis , waar de kist opgebaard stond . Dan trok men kerkewaarts al zingen het " miserere" . Voor begrafenissen van 10 uur kwaùm de geestelijkheid tegen tot aan het "kruiske " . Bij lagere diensten stonden ze te wachten aan het kerkportaal . 
    Kinderbegrafenissen , vooral van pasgeborenen , kwamen talrijk voor . Sif van Footjes , die ook grafdelver was , kwam dan naar de kerk , met het kistje onder de arm . Daar werden de laatste gebeden gezegd en trok men naar het kerkhof . Niemand van de familie was er bij . Triestig!!
Stervenden bleven meestal thuis . De onderpastoor kwam ze "berechten ". Hij kwam te voet , in superplie en stool , voorafgegaan door de koster met lantaarn en bel .De mensen kwamen aan de deur en knielden neer bij het passeren van "ons heere ". Voor de biecht moesten de familie en geburen de ziekenkamer verlaten . Daarna mochten ze weer binnen voor  het heilig oliesel . Soms werden daarna de gebeden van de stervenden gelezen . Al bij al een menselijker manier van "dood gaan" dan nu , in die naamloze klinieken .
       In 1950 kregen de pastoors opdracht kinderen in stervensgevaar het heilig vormsel toe te dienen . Bij ons gebeurde dat de eerste maal op 6 April 1950 bij Georges Meulebrouck-Monserez , voor hun zoontje Rik .
Besluit:
--------
   De toestand op godsdienstig gebied was verre van schitterend

Ontstaan ST-PIETERSPAROCHIE